Wetsvoorstel wijziging Winkeltijdenwet: kan verhuurder huurder openingstijden opleggen en afdwingen?

Aangemaakt: 08 januari 2019

Wetsvoorstel wijziging Winkeltijdenwet: kan verhuurder huurder openingstijden opleggen en afdwingen?

Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland bleek dat huurders van winkelruimte (hierna: "winkelier(s)") gebonden kunnen worden aan winkeltijden waarmee zij niet hebben ingestemd. De boeteclausule uit de algemene bepalingen behorende bij het ROZ-model winkelruimte kan vervolgens worden ingezet om de gewijzigde openingstijden af te dwingen. Naar aanleiding hiervan ontstond veel onrust, wat leidde tot Kamervragen en een motie. Een van de grootste bezwaren op de Winkeltijdenwet bleek dat de winkelier altijd afhankelijk is van de verhuurder voor beslissingen over zijn openingstijden. In reactie op de Kamervragen heeft de regering het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet houdende keuzevrijheid openingstijden voor winkeliers ontworpen en onlangs gepubliceerd. Wat betekent deze voorgenomen wijziging van de Winkeltijdenwet voor verhuurders en winkeliers?

Inhoud wetsvoorstel
Het wetsvoorstel biedt voor de winkelier die geconfronteerd wordt met een aanpassing van openingstijden een oplossing door te bepalen dat een besluit over openingstijden nietig is indien de winkelier niet uitdrukkelijk met de openingstijden heeft ingestemd. Concreet betekent dit dat een bestaand besluit - waar de winkelier niet uitdrukkelijk mee heeft ingestemd – vanaf inwerkingtreding van dit wetsvoorstel nietig zou worden. De rechtsgevolgen, zoals opgelegde boetes, die voortvloeiden uit besluiten over openstelling van winkels, zullen in stand blijven, voor zover deze betrekking hebben op de periode voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Mocht de winkelier toentertijd niet uitdrukkelijk hebben ingestemd, dan heeft de winkelier de mogelijkheid de nietigheid te herstellen door alsnog uitdrukkelijk in te stemmen met het besluit over de openingstijden.

Conclusie
De boodschap van het wetsvoorstel is duidelijk: het beschermen c.q. versterken van de positie van de winkelier. Doordat uitdrukkelijke toestemming wordt vereist, komt de beslissingsbevoegdheid over de openingstijden bij de winkelier zelf te liggen. In dit kader verdient het aanbeveling dat de winkeliers, totdat het wetsvoorstel is aangenomen, scherp blijven op bepalingen op grond waarvan de winkelier niet zelf kan beslissen over de openingstijden. Verhuurders hebben zolang het wetsvoorstel niet is aangenomen vergaande zeggenschap over de openingstijden van hun winkelvastgoed als dat zo is overeengekomen, zoals in het ROZ-model huurovereenkomst winkelruimte.

De internetconsultatie is inmiddels gesloten (28 november 2018). De Kamer zal het wetsvoorstel nu gaan behandelen en aanscherpen waar nodig. Wij volgen deze ontwikkelingen uiteraard nauwgezet. Mocht u als verhuurder of huurder ook geconfronteerd worden met problematiek omtrent de Winkeltijdenwet, dan denken wij graag met u mee.

8-1-2019

Betrokken(en)