Informatie voor bestuurders

Informatie voor bestuurders

U hebt een bedrijf met (problematische) schulden en bent op zoek naar een manier om deze schulden te herstructureren of misschien wel te stoppen met uw onderneming. Veel ondernemers denken in deze situatie aan de verkoop van hun onderneming of een faillissement. Toch zijn er meer opties. Eén daarvan is de turboliquidatie. Turboliquidatie kan een manier zijn om de vennootschap uiteindelijk op te laten houden te bestaan zonder faillissement.

De turboliquidatie is een bijzondere vorm van ontbinding van een vennootschap. De wet kent de term ‘turboliquidatie’ niet. In plaats daarvan zegt de wet dat een rechtspersoon die geen baten (meer) heeft op het tijdstip dat een ontbindingsbesluit genomen wordt, direct ophoudt te bestaan. 

Op deze pagina wordt de turboliquidatie nader toegelicht. Naast de turboliquidatie zijn er nog andere mogelijkheden om uw bedrijfsactiviteiten gecontroleerd te beëindigen en de vennootschap vervolgens te liquideren, zoals een WHOA-traject, een herstructurering of een reguliere vereffening. Wij gaan graag met u in gesprek om de opties voor uw onderneming in kaart te brengen. 

 

Hoe kan ik mijn bedrijf turboliquideren?

Een turboliquidatie kun je opdelen in drie fases: de vereffening, de verdeling en de opheffing met deponering van stukken. De verschillende fases worden hieronder verder toegelicht.

Fase 1: Hoe moet ik mijn bedrijf vereffenen?

Om te kunnen turboliquideren, zal het bestuur eerst moeten zorgen dat de vennootschap niet langer over baten beschikt. Een bate is alles wat aan de activazijde van een balans staat. Denk daarbij aan inventaris, voorraden en het banksaldo van de vennootschap. Ook openstaande vorderingen op debiteuren worden aangemerkt als baten. Het proces van het te gelde maken van de activa en de verdeling van de opbrengst wordt de vereffening genoemd. 

Stel dat de onderneming een restaurant betreft. Voor de vereffening dient de bestuurder van het restaurant eerst afspraken te maken met derden die nog rechten hebben op de inventaris of de voorraad van het restaurant. Vaak heeft een brouwer een pandrecht op alle activa van het restaurant. Verder dient het bestuur afspraken te maken met haar contractspartijen over beëindiging van de lopende contracten. Denk bij de contractspartijen aan de verhuurder, werknemers en de brouwerij. Als met alle partijen overeenstemming is bereikt, dan kan de bestuurder de vereffening in gang zetten door alle inventaris en voorraden van het restaurant te verkopen en de arbeidsovereenkomsten – al dan niet via een ontslagprocedure – op te zeggen. Ook dient het restaurant alle vorderingen die nog openstaan te innen. Denk hierbij niet alleen aan de handelsdebiteuren, maar bijvoorbeeld ook aan een vordering op het bestuur uit hoofde van een rekening-courant schuld.  

Fase 2: Hoe moet ik de opbrengst verdelen?

Zodra alle baten te gelde zijn gemaakt, dient de opbrengst verdeeld te worden over alle schuldeisers van de rechtspersoon. De wetgever heeft in de wet niets bepaald over de manier waarop de opbrengst verdeeld moet worden. Dat betekent niet dat het bestuur daarin geheel vrij is. Hoe het bestuur de opbrengst het beste kan verdelen, zal afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval. Verdeelt het bestuur de opbrengst niet goed, dan loopt het bestuur een risico aansprakelijk gesteld te worden voor de ontstane schade. Het is daarom belangrijk in deze fase deskundig advies te krijgen. 

Onder de nieuwe wetgeving moet het bestuur in een latere fase van de turboliquidatie een aantal documenten deponeren bij de Kamer van Koophandel. Het is verstandig om in de verdelingsfase te anticiperen op deze deponeringsplicht, bijvoorbeeld door een accountant alvast balansen en staten van baten en lasten op te laten stellen.

Fase 3: Hoe hef ik mijn vennootschap op en wat moet ik daarna doen?

Zodra de opbrengst verdeeld is en er ook geen betalingen van klanten of andere partijen meer te verwachten zijn, dan zijn er geen baten meer in de vennootschap. Het bestuur kan dan de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) bijeenroepen om het besluit te nemen de vennootschap te ontbinden. Wordt het ontbindingsbesluit genomen door de AvA, dan houdt de vennootschap op dat moment op te bestaan. Het bestuur is vanaf dat moment het voormalige bestuur.

Binnen 14 dagen na het nemen van het ontbindingsbesluit, moet het voormalige bestuur een aantal stukken deponeren bij de Kamer van Koophandel. De stukken die gedeponeerd moeten worden zijn deels financieel van aard. Het gaat dan onder andere over balansen en jaarrekeningen. Daarnaast moet het voormalige bestuur uitleg geven over de manier waarop de baten van de rechtspersoon zijn vereffend en uitleggen waarom er schuldeisers onbetaald zijn gebleven. Die uitleg moet het voormalige bestuur ook deponeren bij de Kamer van Koophandel. In de wet staat omschreven welke financiële stukken het voormalig bestuur precies moet deponeren. 

Na deze deponeringen bij de Kamer van Koophandel, moet het voormalige bestuur van de (dan ontbonden) rechtspersoon direct alle schuldeisers aanschrijven die nog een vordering op de rechtspersoon hebben. In het bericht dat verstuurd wordt, moet staan dat de hiervoor genoemde deponeringen gedaan zijn en dat de stukken ter inzage liggen bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Kan ik turboliquideren als mijn vennootschap leeg is?

Het komt in de praktijk geregeld voor dat een vennootschap nooit over baten heeft beschikt of dat de vennootschap al geruime tijd leeg is. De turboliquidatie is ook in die gevallen toe te passen. De hiervoor beschreven fases van vereffening en verdeling van de opbrengst worden dan niet uitgevoerd. Het nemen van een ontbindingsbesluit en het deponeren van de in de wet genoemde stukken is wel noodzakelijk.

Wat voor risico’s loop ik bij een turboliquidatie?

Het doorlopen van een turboliquidatie is niet geheel vrij van risico’s. Een goede voorbereiding op en goede begeleiding tijdens de uitvoering van de turboliquidatie, kunnen die risico’s beperken. Wijn & Stael kan u daarin de begeleiding bieden die bij uw zaak past. Wij kunnen u bijvoorbeeld helpen met het in kaart brengen en inschatten van de volgende risico’s:

Heropening van de vereffening
Het kan gebeuren dat u onterecht van mening bent dat er geen baten meer aanwezig zijn in de rechtspersoon. In dat geval bent u ten onrechte overgegaan tot inschrijving van het ontbindingsbesluit bij de Kamer van Koophandel. Vermoedt een van uw schuldeisers dat uw bv nog over baten beschikte, dan kan de schuldeiser de rechtbank vragen om alsnog een vereffenaar aan te wijzen. Hoe dat zit, leggen we op deze pagina uit.

Bestuurdersaansprakelijkheid
Als bestuurder kunt u onder omstandigheden ook door een schuldeiser persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Dit kan in verschillende situaties aan de orde zijn en het is daarom van belang om deskundig advies te vragen bij een turboliquidatie. Van persoonlijke aansprakelijkheid kan sprake zijn als er voorafgaand aan de ontbinding baten zijn kwijtgemaakt of als u voorafgaand aan de bedrijfsbeëindiging ernstig verwijtbaar selectief betalingen heeft verricht aan bijvoorbeeld gelieerde schuldeisers. Ook zou u verweten kunnen worden dat u ten onrechte bent overgegaan tot turboliquidatie en daardoor onrechtmatig hebt gehandeld ten opzichte van een crediteur of contractpartij. Ook fouten bij de turboliquidatie kunnen tot aansprakelijkheid leiden, zoals het ten onrechte niet erkennen van een vordering of het onjuist verdelen van de opbrengst. Daarnaast kan ook aansprakelijkheid een rol spelen als u (nadat is besloten turboliquidatie in gang te zetten) nog verplichtingen aangaat waarvan u weet of moet weten dat de vennootschap deze niet zal kunnen nakomen. Aan de hand van een concreet plan van aanpak kunnen wij samen met u deze risico’s zoveel als mogelijk beperken. 

Bestuursverbod
Voldoet u niet aan de deponeringsplichten of hebt u handelingen verricht met als doel om schuldeisers te benadelen, dan kan het Openbaar Ministerie aan de rechtbank verzoeken u een bestuursverbod op te leggen.

Een bestuursverbod kan ook opgelegd worden aan een bestuurder die:

  • in de twee jaar voor de turboliquidatie al twee keer eerder betrokken was bij het faillissement of een turboliquidatie, en 
  • hem van de faillissementen en/of de turboliquidaties een persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. 

Dit betekent dat het bestuursverbod opgelegd kan worden onder de genoemde omstandigheden als iemand betrokken is geweest bij:

  • Twee faillissementen
  • Twee turboliquidaties
  • Een faillissement en een turboliquidatie

Indien een bestuursverbod wordt opgelegd mag u geen bestuurder of commissaris zijn van een rechtspersoon. De rechter bepaalt hoe lang dit verbod duurt, met een maximum van vijf jaar. 

Persoonlijke aansprakelijkheid voor belasting- en pensioenschulden
Als uw onderneming geen belasting- of pensioenpremies meer kan betalen, bent u verplicht om op tijd melding te doen van betalingsonmacht bij de belastingdienst en een eventueel het pensioenfonds. Doet u deze melding niet op tijd of onjuist, dan kunt u alleen nog een aansprakelijkheidstelling voorkomen indien u aannemelijk maakt dat het u niet verweten kan worden dat er geen of een onjuiste melding is gedaan. Ook dient u tegenbewijs te leveren dat het onbetaald laten van de belastingen of premies u niet verweten kan worden.  

Fiscale aandachtspunten
Bij turboliquidatie spelen ook fiscale aspecten. Welke fiscale aandachtspunten spelen, hangt van de situatie af. 
In concernverbanden spelen mogelijk ook nog bijzonderheden op het gebied van fiscale eenheden en daarmee hoofdelijkheid voor belastingschulden. Wijn & Stael werkt daarom graag nauw samen met uw accountant en fiscalist. 

Terug naar de hoofdpagina

Terug naar de hoofdpagina

Onze specialisten