Wijzigingen (nieuwe versie van het) Besluit Kwaliteitsborging voor het bouwen

Aangemaakt: 29 maart 2021

Wijzigingen (nieuwe versie van het) Besluit Kwaliteitsborging voor het bouwen

Op 1 mei 2017 heeft Minister Ollongren de eerste versie van het Besluit Kwaliteitsborging voor het bouwen ("Ontwerpbesluit") aan de Eerste Kamer aangeboden. Deze, maar ook de tweede versie van het Ontwerpbesluit [1], stuitte op veel kritiek van onder meer de VNG. Dit is de aanleiding geweest voor een (derde) wijziging van het Ontwerpbesluit, welke inmiddels (op 22 februari 2021) door Minister Ollongren aan de Eerste Kamer is aangeboden, zodat de laatste versie van het Ontwerpbesluit en de toelichting daarop nu openbaar zijn. Welke wijzigingen zijn er ten opzichte van de tweede versie van het Ontwerpbesluit doorgevoerd? De belangrijkste wijzigingen bespreek ik kort in deze blog.

Ontwerpbesluit is aangevuld met wijzigingen van het Bbl, het Ob en het Bkl
Vanwege het feit dat de Wkb gelijktijdig met de Omgevingswet in werking treedt en daartoe onderdelen van de Woningwet in de Omgevingswet zijn omgezet, is het Ontwerpbesluit aangevuld met wijzigingen van de (lagere wetgeving van de) Omgevingswet (te weten het Besluit bouwwerken leefomgeving ("Bbl"), het Omgevingsbesluit ("Ob") en het Besluit kwaliteit leefomgeving ("Bkl")). Ook het Bouwbesluit 2012 wordt gewijzigd. De wijzigingen zijn niet zozeer inhoudelijk van aard, maar zorgen er vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wkb voor dat de toelatingsorganisatie aan de slag kan gaan met de toelating en toetsing van instrumenten voor kwaliteitsborging.

Ontwerpbesluit is aangevuld n.a.v. nadere afspraken met de VNG
Naar aanleiding van de nadere afspraken met de VNG bevat het Ontwerpbesluit een aantal wijzigingen om de informatiepositie van de gemeente verder te versterken. De inhoudelijke wijzigingen lichten wij hieronder kort toe.

Taakverdeling Vanaf het eerste Ontwerpbesluit is er veel discussie geweest over de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Volgens de VNG leidde dit tot onduidelijkheid en belemmering in de uitoefening van ieders taken. Reden waarom in het Ontwerpbesluit de bevoegdheden van partijen als volgt zijn verdeeld:

  • de instrumentaanbieder controleert of de kwaliteitsborger voldoet aan de in het instrument voor kwaliteitsborging gestelde eisen. In zo’n instrument worden eisen aan kwaliteitsborgers beschreven bijvoorbeeld op het gebied van opleiding en/of ervaring. Kwaliteitsborgers moeten onafhankelijk zijn (wettelijke eis), dat wil zeggen: niet betrokken bij ontwerp, bouw, onderhoud etc. van het bouwwerk waarvoor zij de borging doen. Dit betekent dus dat instrumentaanbieder de kwaliteitsborger zo nodig dient aan te spreken op de (on)juiste toepassing van het instrument voor kwaliteitsborging;
  • de kwaliteitsborger controleert of het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische regels voor en tijdens de bouw onder andere met gebruik van toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging [2] . Daarnaast draagt de kwaliteitsborger zorg voor de gereedmelding van het gerealiseerde bouwwerk;
  • de toelatingsorganisatie houdt toezicht op de toepassing van de instrumenten (zoals een borgingsplan) voor kwaliteitsborging en aanbieders daarvan en de werking van het stelsel. Dit betekent dat als de instrumentaanbieder onvoldoende ingrijpt, het aan de toelatingsorganisatie is de instrumentaanbieder hierop aan te spreken en zo nodig de toelating van het instrument voor kwaliteitsborging in te trekken of te schorsen;
  • de gemeente is als bevoegd gezag belast met het toezicht op de naleving van de bouwregelgeving achteraf en draagt zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving bij overtreding van die regelgeving. De gemeente heeft – indien er sprake is van een overtreding van bouwtechnische regels – de mogelijkheid om in te grijpen en haar handhavingsbevoegdheden in te zetten.

Verbeterde informatiepositie bevoegd gezag i.v.m. toezichthoudende taak
Ter versterking van de informatiepositie van de gemeente, zodat zij in staat is het toezicht op de naleving van de bouwtechnische regels op een efficiënte manier in te richten en uit te voeren, zijn er de volgende inhoudelijke wijzigingen in het besluit opgenomen:

  • bij het indienen van de 'bouwmelding start bouw' door de initiatiefnemer moet een borgingsplan (welke is opgesteld door de kwaliteitsborger), inclusief een risicobeoordeling, worden aangeleverd aan de gemeente. De risicobeoordeling is tevens een indieningsvereiste voor de 'bouwmelding start bouw';
  • in de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met specifieke lokale omstandigheden;
  • de gemeente kan informatie opvragen over specifieke werkbouwwerkzaamheden in bijzondere situaties waarin bepaalde risico’s spelen die van invloed kunnen zijn op het voldoen van het bouwwerk aan de bouwtechnische regels;
  • de gemeente kan informatie opvragen over de momenten waarop specifieke bouwwerkzaamheden plaatsvinden;
  • op de bouwplaats is een actuele planning van de bouwwerkzaamheden aanwezig;
  • tijdens het bouwen informeert de kwaliteitsborger onverwijld de opdrachtgever en in afschrift de gemeente over afwijkingen van de bouwtechnische regels die zij constateert. Het gaat hier om afwijkingen die de bouwer niet herstelt waardoor het bouwwerk niet aan de bouwtechnische regels voldoet. Een afwijking die nog aangepast kan worden en uiteindelijk hersteld is, hoeft niet aan de gemeente te worden gemeld;
  • na de realisatie van het bouwwerk krijgt de gemeente een dossier (dossier bevoegd gezag) met alle relevante informatie over het gerealiseerde bouwwerk inclusief de verklaring van de kwaliteitsborger dat het bouwwerk naar zijn oordeel voldoet aan de bouwtechnische regels.

Vervolg
De VNG heeft kort na de publicatie van het Ontwerpbesluit op haar website gepubliceerd dat alle met de VNG gemaakte afspraken zijn opgenomen in het Ontwerpbesluit. Een belangrijke stap richting de inwerkingtreding van de Wkb. Het Ontwerpbesluit zal – na behandeling door de Eerste Kamer - voor advies worden voorgelegd aan de afdeling Advisering van de Raad van State. Parallel daaraan zal de technische notificatie aan de Europese Commissie plaatsvinden. Beide trajecten nemen ongeveer 3 maanden in beslag. Het streven is het Ontwerpbesluit uiterlijk medio 2021 vast te stellen.

[1] De tweede versie van het Ontwerpbesluit dateert van 21 april 2020.
sne[2] Op grond van artikel 1.44 van het Ontwerpbesluit schrijft "een instrument voor kwaliteitsborging voor dat de kwaliteitsborger voor het begin van de bouwwerkzaamheden een borgingsplan vaststelt dat is gebaseerd op een beoordeling van de bouwtechnische risico’s met het oog op het voldoen aan de voorschriften, bedoeld in de hoofdstukken 2 tot en met 6".