Indien een werkgever voornemens is om binnen drie maanden van 20 of meer werknemers de arbeidsovereenkomst te beëindigen binnen één van de werkgebieden van de Wet Melding Collectief Ontslag ("WMCO"), dan dient de werkgever dit ter raadpleging schriftelijk te melden aan het UWV en de vakorganisaties [1*].
De WMCO richt zich tot de formele werkgever waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft. Of gemeld moet worden is dus niet afhankelijk van het aantal voorgenomen ontslagen binnen een afdeling, vestiging, onderneming of groep, maar van het aantal voorgenomen ontslagen door de werkgever binnen een werkgebied.
De werkgever stelt met de melding de vakorganisaties in de gelegenheid overleg te voeren met de werkgever over het mogelijk voorkomen van het ontslag en over het verzachten van de gevolgen ervan, door het nemen van sociale begeleidingsmaatregelen (zie ook 'Het sociaal plan').
De WMCO is van toepassing op elke voorgenomen beëindiging van een arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever om een of meer bedrijfseconomische redenen. Hieronder vallen dus:
- de beëindiging middels een beëindigingsovereenkomst (vaststellingsovereenkomst);
- de opzegging van een arbeidsovereenkomst met instemming van de werknemer (toestemming van UWV of cao-commissie is dan niet vereist);
- de opzegging van een arbeidsovereenkomst met toestemming van UWV (of cao-commissie);
- de opzegging van een arbeidsovereenkomst zonder instemming van de werknemer en zonder toestemming van UWV (of cao-commissie);
- de ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter (na weigering toestemming door UWV/cao-commissie of bij het ontbreken van een tussentijds opzegbeding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst).
Voor de vraag of een beëindiging moet worden toegerekend aan het tijdvak van drie maanden is de datum van de indiening van de ontslagaanvraag of het ontbindingsverzoek of de datum waarop de beëindigingsovereenkomst op initiatief van de werkgever (met wederzijds goedvinden) wordt gesloten, bepalend.
Indien een melding moet worden gedaan van het ontslag dient de werkgever zo nauwkeurig mogelijk opgave te doen van het aantal werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst komt te beëindigen, verdeeld naar functie, leeftijd en geslacht, het aantal werknemers dat in dienst is, de tijdstippen van beëindiging, de ontslagcriteria, wijze van berekening van eventuele afvloeiingsuitkeringen en de wijze waarop de werkgever voornemens is de arbeidsovereenkomsten te beëindigen. Het meldingsformulier van het UWV is te vinden op: https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/melden-voornemen-tot-collectief-ontslag.aspx. De melding moet via het werkgeversportaal. Bij de melding dient ook een kopie te worden overgelegd van de melding aan de vakbonden. Als de melding voldoet aan de eisen, dan ontvangt de werkgever een brief met bevestiging van de ontvangst van de melding.
Let op: UWV gaat bij ingediende ontslagaanvragen na of sprake is van een meldingsplicht op grond van de WMCO. Als niet voldaan is aan de meldingsplicht, geeft UWV werkgever acht dagen de tijd voor herstel. Lopende ontslagaanvragen worden pas nadat een schriftelijke verklaring is overgelegd waaruit blijkt dat de vakbonden en (in voorkomende gevallen) de ondernemingsraad zijn geraadpleegd (verder) in behandeling genomen.
Wees er tot slot op bedacht dat in een toepasselijke cao eveneens de verplichting kan zijn opgenomen om de vakbonden te raadplegen bij collectief ontslag. De definitie van collectief ontslag in een cao kan afwijken van de hierboven genoemde wettelijke definitie.
[1*] De werkgebieden zijn: a. Friesland, Groningen en Drenthe; b. Overijssel en Gelderland; c. Noord-Brabant en Limburg; d. Zuid-Holland en Zeeland; e. Flevoland en Utrecht; f. Noord-Holland.