Wetswijziging: eerder medezeggenschapsrechten voor (flex)werknemers bij OR-verkiezingen

Aangemaakt: 16 december 2021

Wetswijziging: eerder medezeggenschapsrechten voor (flex)werknemers bij OR-verkiezingen

Let op bij OR-verkiezingen; nieuwe werknemers, uitzendkrachten en payrollwerknemers kunnen mogelijk al per 1 januari 2022 bij OR-verkiezing eerder stemmen bij OR-verkiezingen en zichzelf verkiesbaar stellen, dan op dit moment het geval is. Maar, er zijn ook afwijkingsmogelijkheden.

Termijn voor passief en actief kiesrecht
Na de wijziging van de WOR kunnen in de onderneming werkzame personen al na ten minste 3 maanden dienstverband stemmen bij OR-verkiezingen. Ook kunnen zij zich dan verkiesbaar stellen. Eerst mochten zij na ten minste 6 maanden stemmen en konden zij zich na ten minste een jaar verkiesbaar stellen.


Ook uitzendkrachten en payrollwerknemers hebben binnen de onderneming waar zij te werk zijn gesteld straks eerder medezeggenschapsrechten. Zij gelden na 15 maanden als ‘in de onderneming werkzame personen’ en kunnen 3 maanden daarna, dus na ten minste 18 maanden in een onderneming werkzaam te zijn geweest, zowel kiezen als zichzelf verkiesbaar stellen bij OR-verkiezingen. Eerst was dit respectievelijk na ten minste 30 maanden en ten minste 36 maanden.

Schema-OR-verkiezing_2.png#asset:7974

De datum waarop de wetswijziging in werking treedt moet formeel nog worden bepaald, maar het voornemen is dat de wijziging per 1 januari 2022 in werking treedt.

Het doel van de wetswijziging is om de betrokkenheid van werknemers met een tijdelijk of flexibel contract te vergroten.

Afwijkingsmogelijkheden
De ondernemingsraad kan in zijn reglement de termijn voor het verkrijgen van actief en passief kiesrecht onder de huidige wetgeving verlengen of verkorten als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR. Dat is na de wijziging nog steeds mogelijk.

Daarnaast kan de ondernemingsraad op dit moment gezamenlijk met de ondernemer bepalen dat groepen personen die niet bij de ondernemer in dienst zijn toch als ‘in de onderneming werkzame personen’ gelden, mits dit bevorderlijk is voor de toepassing van de WOR. Het omgekeerde is ook mogelijk. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden bepaald dat uitzendkrachten en payrollwerknemers eerder of later medezeggenschapsrechten opbouwen dan de WOR voorschrijft. Ook dit blijft na de wetswijziging nog mogelijk.

Als de ondernemer en ondernemingsraad het niet eens worden, kunnen zij een beslissing van de kantonrechter vragen.

Wat kunnen ondernemingsraden en ondernemers nu doen?
Ondernemingsraden en ondernemers kunnen beoordelen of de nieuwe termijnen voor actief en passief kiesrecht binnen de onderneming bevorderlijk zijn voor een goede toepassing van de WOR. Als dat onvoldoende het geval is kunnen zij overwegen om op bovengenoemde wijze van de WOR af te wijken.

Laatste updates