Pandexecutie van aandelen

Aangemaakt: 08 januari 2019

Pandexecutie van aandelen

Een schuldenaar die houder is van aandelen in een bv kan ten behoeve van een schuldeiser een pandrecht vestigen op zijn aandelen tot zekerheid van nakoming voor hetgeen hij aan zijn schuldeiser verschuldigd is. Indien de schuldenaar in verzuim is, kan de schuldeiser zijn pandrecht op de aandelen uitwinnen. Bij een dergelijke aandelenexecutie zal de schuldeiser rekening moeten houden met het feit dat in de statuten een blokkeringsregeling kan zijn opgenomen, die bij de verkoop van de aandelen in acht moet worden genomen.

Pandrecht
De meerwaarde van een pandrecht zit in het feit dat de pandhouder zonder rechterlijke tussenkomst bevoegd is het verpande goed – het goed dat tot zekerheid dient voor zijn vordering - te verkopen, mits de schuldenaar in verzuim is met die betalingen waarvoor het pandrecht is gevestigd. Daarnaast heeft de pandhouder het voordeel dat hij zich met voorrang op de opbrengst van de verkoop kan verhalen. De verkoop van het verpande goed, ook wel executieverkoop genoemd, kan op drie manieren plaatsvinden.

Executie door pandhouder algemeen
Het uitgangspunt is een openbare executieverkoop. Een openbare executieverkoop gebeurt onder toezicht van een notaris of een veilingmeester. Op deze manier wordt een zo hoog mogelijke, objectief bepaalde opbrengst behaald en tegelijkertijd worden de belangen van de pandgever en de andere schuldeisers beschermd.

Van de hoofdregel van openbare executieverkoop kan op twee manieren worden afgeweken. De eerste mogelijkheid is dat de pandhouder, op het moment dat de pandgever zijn verplichtingen niet meer nakomt, met de pandgever onderling kan afspreken dat het verpande goed zal worden verkocht. Er is dan sprake van een vrijwillige onderhandse verkoop. Het nadeel van deze onderlinge afspraak is dat deze wijze van verkoop niet van tevoren kan worden overeengekomen. Een ander nadeel is dat deze wijze van verkoop een vrijwillige rechtshandeling van de pandgever betreft, die bij faillissement van de pandgever door de curator kan worden vernietigd. Waar de pandhouder ook rekening mee moet houden is dat bij deze wijze van onderhandse verkoop mogelijk ook andere schuldeisers een recht hebben of aanspraak kunnen maken op het verpande goed, zodat de pandhouder naast instemming van de pandgever ook toestemming van deze schuldeisers dient te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan een schuldeiser die beslag heeft gelegd op het verpande goed. Dit kan tot frustratie van het verkoopproces leiden. Deze nadelen kunnen ertoe leiden dat de pandhouder meer gebaat is bij de tweede mogelijkheid van onderhandse verkoop. De pandhouder vraagt in dat geval om toestemming van de voorzieningenrechter voor de executieverkoop. Na het verkrijgen van deze toestemming kan de pandhouder zelf het verpande goed verkopen.

Executie van aandelen en de statutaire blokkeringsregeling
Een pandrecht kan ook worden gevestigd op de aandelen in een bv. Deze aandelen kunnen eveneens via een executieverkoop worden overgedragen, indien de schuldenaar in verzuim is met zijn verplichtingen waarvoor het pandrecht tot zekerheid dient. In de statuten kan echter een blokkeringsregeling zijn opgenomen. De blokkeringsregeling is een beperking in de overdrachtsmogelijkheden van de aandelen. De beperking houdt in dat de aandelen verplicht aan de andere aandeelhouder(s) moeten worden aangeboden. De andere aandeelhouder(s) moet(en) daarvoor een redelijke prijs betalen. De beperking kan ook inhouden dat een aangewezen orgaan van de bv de voorgenomen overdracht dient goed te keuren. Sinds de invoering van de Flex-BV in oktober 2012 is een blokkeringsregeling niet meer verplicht. Toch kan het voorkomen dat een vennootschap graag zelf een blokkeringsregeling in haar statuten (be)houdt of dat de statuten van voor 2012 dateren.

Lange tijd was onduidelijk hoe de executieverkoop van verpande aandelen zou moeten plaatsvinden wanneer de statuten een blokkeringsregeling bevatten. De wet bepaalt dat een statutaire blokkeringsregeling door de pandhouder in acht moet worden genomen bij de executieverkoop van aandelen. De blokkeringsregeling zou daarmee een bijzondere regeling zijn die voorgaat boven de regels van executieverkoop. De Hoge Raad oordeelde in zijn uitspraak van 22 juni 2018 anders. In deze zaak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de pandhouder bij de onderhandse verkoop van aandelen - die onderworpen waren aan de blokkeringsregeling - niet alleen de blokkeringsregeling ten opzichte van de aandeelhouders in acht moest nemen, maar ook de ‘normale’ regels van executieverkoop. In dit geval van onderhandse verkoop moest de pandhouder de toestemming van de voorzieningenrechter voor de executieverkoop vragen. De blokkeringsregeling gaat dus niet voor de regels van executie of andersom. Dat betekent dat bij executie van aandelen door de pandhouder de blokkeringsregeling en de executieregels in acht moeten worden genomen om de aandelen vrij van andere rechten te kunnen overgedragen.

Samenvatting
In het geval de pandhouder de aandelen via een executieverkoop wil overdragen moeten zowel de statutaire blokkeringsregeling als de ‘normale’ regels van executieverkoop worden nageleefd. Dat betekent dat bij een onderhandse verkoop door de pandhouder zelf de blokkeringsregeling in acht moet worden genomen én toestemming van de voorzieningenrechter moet worden gevraagd.

8-1-2019

Betrokken(en)

Laatste updates