Tuchtprocedure accountant

Tuchtprocedure accountant

Accountants vervullen een zogeheten poortwachtersfunctie. Zij voegen bij een controle zekerheid toe aan financiële rapportages van allerhande organisaties. De basiswerkzaamheden zijn: controleren, signaleren en waarschuwen. Daarnaast verrichten accountants regelmatig (persoonsgebonden) onderzoek en verrichten zij andersoortige werkzaamheden. Indien belanghebbenden menen dat de accountant steken heeft laten vallen, kan het accountantstuchtrecht aan de orde komen. Het accountantstuchtrecht is wettelijk geregeld, namelijk in de Wet tuchtrechtspraak accountants. 

Wie kan er klagen over de accountant? 
Het accountantstuchtrecht is laagdrempelig: iedereen (‘eenieder’) mag een tuchtklacht indienen. De klager hoeft geen aantoonbaar rechtstreeks belang te hebben. In het bijzonder kunnen de Autoriteit Financiële Markten en de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants ook een klacht indienen. 

Welke tuchtinstanties zijn er? 
De tuchtklacht tegen een accountant wordt in behandeling genomen door de Accountantskamer te Zwolle. De Accountantskamer heeft een voorzitter, ten hoogste tien leden, ten hoogste twintig plaatsvervangende leden en een secretaris. Per tuchtklacht wordt een kamer vastgesteld die de zaak behandelt. Hierbij geldt dat de voorzitter en ten minste één lid rechter zijn, het andere lid is accountant. De werkwijze van de Accountantskamer bij de behandeling van klachten die bij haar worden ingediend is omschreven in het procesreglement van de Accountantskamer. 

Tegen een einduitspraak van de Accountantskamer staat binnen zes weken na verzending van de einduitspraak hoger beroep open bij het College van Beroep te Den Haag. Tegen een uitspraak van het College van Beroep staat geen hogere voorziening open.  

Wat zijn de ontvankelijkheidseisen? 
De klager dient een griffierecht van € 70,- te betalen, tenzij de klager de AFM is of (voorzitter van) de NBA.

Naast het griffierecht geldt er een klachttermijn. De Accountantskamer kan een klacht alleen in behandeling nemen als er tussen het moment van het handelen of het nalaten door de accountant en het indien van de klacht niet meer dan tien jaar is verstreken.

Hoe ziet de procedure bij de Accountantskamer eruit? 
De procesgang ziet er kort samengevat als volgt uit: als de Accountantskamer de klacht in behandeling neemt, dan wordt eerst het klaagschrift doorgezonden naar de betrokken accountant. De accountant wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken schriftelijk te reageren op de klacht (het verweerschrift). Met het klaagschrift en het verweerschrift is in beginsel het schriftelijke gedeelte van de procedure afgerond. Incidenteel kan nog een aanvullende schriftelijke ronde nodig zijn, zijnde repliek en dupliek. Het is aan de voorzitter van de Accountantskamer om daarover te beslissen. 

Vervolgens is er een zitting. Op deze zitting worden zowel de klager als de accountant gehoord. De zitting is openbaar. Na de behandeling op de zitting, wordt er uitspraak gedaan. Dat kan mondeling gebeuren, maar gebeurt meestal schriftelijk. De Accountantskamer streeft ernaar om een schriftelijke uitspraak binnen vijftien weken te doen. 

Welke materiële toets voert de Accountantskamer uit? 
Bij een tuchtklacht jegens een accountant dient het te gaan om het beroepsmatig handelen (of nalaten) van de accountant in strijd met de gedrags- en beroepsregels en om het beroepsmatig handelen van de accountant in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Het draait bij een tuchtrechtzaak bijvoorbeeld om de vraag of de accountant zijn controlewerkzaamheden met een professioneel-kritische instelling en met voldoende diepgang heeft verricht en dit voldoende heeft gedocumenteerd. Een tuchtprocedure is niet gericht op de beoordeling van de inhoud van de jaarrekening en de vraag of de jaarrekening is opgesteld conform de daarvoor geldende regels; een dergelijke beoordeling vindt plaats door de Ondernemingskamer te Amsterdam. Bij de beoordeling van de handelwijze van een accountant bij (persoonsgebonden) onderzoeken geldt een ander toetsingskader. Heeft de accountant daarbij de fundamentele beginselen zoals die zijn vastgelegd in de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) juist toegepast? Voorts spelen de handreikingen van de NBA daarbij een rol. Een NBA-handreiking is bedoeld om accountants nadere aanwijzingen te geven bij de uitoefening van een specifiek onderdeel van het accountantsberoep. 

Waar kan de tuchtprocedure toe leiden?
De uitspraak kan inhouden (het geheel of gedeeltelijk): (i) niet-ontvankelijk verklaren van de klacht; (ii) ongegrond verklaren van de klacht of (iii) gegrond verklaren van de klacht. Als de klacht geheel of gedeeltelijk wordt gegrond verklaard, kan ook een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. Het gaat dan om de volgende maatregelen: (a) waarschuwing, (b) berisping, (c) geldboete (van ten minste € 3,- en ten hoogste € 9.000), (d) tijdelijke doorhandeling van de inschrijving van de accountant in de registers voor ten hoogste drie jaren en (v) doorhaling van de inschrijving van de accountant in de registers. 

Terug naar de vorige pagina