Publicatie
04-07-2011

Enquêterecht in de zorg - Bestuurlijke impasses in de gezondheidszorg

Binnen zorginstellingen die de rechtsvorm van een stichting of vereniging hebben komt het recht van enquête toe aan de cliëntenraad. Op grond van dit recht kan een verzoek worden ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam om één of meer personen te benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen de zorginstelling. Indien uit het onderzoek van de enquêteur blijkt van wanbeleid kan de OK voorzieningen treffen die zij op grond van de uitkomst van het onderzoek noodzakelijk acht. Het gaat daarbij om verstrekkende maatregelen zoals schorsing of vernietiging van besluiten van bestuurders of toezichthouders en schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of toezichthouders. Daarnaast kan de OK voor de duur van het onderzoek onmiddellijke voorzieningen treffen indien dat in verband met de toestand van de zorginstelling of in het belang van het onderzoek is vereist. In de hierna te bespreken zaken werden onmiddellijke voorzieningen opgelegd.

Sherpa

Bij gehandicapteninstelling Sherpa zeggen de medezeggenschapsorganen het vertrouwen in de Raad van Toezicht op nadat zij gepasseerd zijn bij de besluitvorming en adviezen niet werden opgevolgd. De Centrale Vertegenwoordigingsraad en de Centrale Cliëntenraad stellen dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen. De Ondernemingskamer steunt dit oordeel en acht een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken noodzakelijk. De voorzitter van de RvT wordt met onmiddellijke ingang geschorst en een nieuwe voorzitter wordt benoemd. Deze laatste zal in de besluitvorming in de RvT steeds een beslissende stem hebben. Ook dient hij te bezien of de of de huidige samenstelling van het bestuur van Sherpa gehandhaafd dient te blijven dan wel of daarin wijzigingen dienen te worden aangebracht.

Zorgcentra de Betuwe

Ook hier was sprake van een bestuurlijke impasse, maar nu met name tussen de bestuurder en de Centrale Cliëntenraad (CCR). De bezwaren van de CCR hebben met name betrekking op het feit dat de bestuurder de zeggenschap van de CCR negeert en frustreert door het inhoudelijk overleg eenzijdig voor onbepaalde tijd op te schorten en door de weigering om op informatieverzoeken van de CCR in te gaan. De Ondernemingskamer oordeelt dat het eenzijdig en voor onbepaalde tijd opschorten van de medezeggenschap en het informatierecht van de CCR door de RvB, de mede daardoor ontstane patstelling tussen de RvB en de CCR, alsook de ogenschijnlijke inactiviteit van de RvT gegronde redenen opleveren voor twijfel aan een juist beleid bij ZDB. Er wordt ook hier een onderzoek gelast naar het beleid en de gang van zaken. De OK benoemt een nieuwe voorzitter van de RvT met beslissende stem over alle onderwerpen die in de RvT aan de orde zijn, maar schorst de voorzitter RvT niet als lid van de RvT.

Wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg (WCZ)

In het wetsvoorstel Wet Cliëntenrechten Zorg, dat te zijner tijd mogelijk de WTZi en WMCZ zal vervangen, zijn de transparantie-eisen uit de WTZi nader aangescherpt. Ook kan de OK op schriftelijk verzoek van de RvB, de RvT of  de cliëntenraad een lid van de RvT ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak of andere gewichtige redenen. De rol van de OK zal dus verder toenemen in de zorg. Daarnaast bevat het wetsvoorstel de bepaling dat een lid van de RvT aansprakelijk kan zijn jegens de zorginstelling op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Transparantie of juridisering?

De positie van bestuurders en toezichthouders in de zorg blijft in ontwikkeling. Steeds vaker zullen zij geconfronteerd worden met externe verantwoording, rechterlijk toezicht en aansprakelijkheid. Bestuurlijke impasses zijn voldoende grond om aan een juist beleid te twijfelen en een onderzoek te gelasten. En falend toezicht zal tot juridische en financiële repercussies leiden.

04-07-2011

Expertises

Zorg