Einde ‘slapende dienstverbanden’

Aangemaakt: 12 december 2019

Einde ‘slapende dienstverbanden’

Einde 'slapende dienstverbanden'

De uitspraak

De Hoge Raad heeft bepaald dat werkgevers in beginsel moeten instemmen met een voorstel van de werknemer om een slapend dienstverband te beëindigen. De werkgever is kortgezegd verplicht om mee te werken aan een beëindigingsvoorstel van de werknemer indien aan de navolgende voorwaarden is voldaan:

1. er is sprake van langdurige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte (langer dan 2 jaar);

2. de werknemer stelt voor de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen;

3. het voorstel strekt mede tot toekenning van een vergoeding die niet hoger is dan de transitievergoeding die verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever de arbeidsovereenkomst kon beëindigen; én

4. de werkgever heeft geen gerechtvaardigd belang bij instandhouding van de overeenkomst (bijvoorbeeld omdat er nog reële re-integratiemogelijkheden bestaan).

De omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij een beëindigingsvoorstel doet de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt maakt het voorgaande niet anders.

Compensatie werkgever

Het UWV compenseert vanaf 1 april 2020 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 transitievergoedingen die zijn betaald bij beëindiging van dienstverbanden wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. De compensatie is gemaximeerd tot het bedrag dat de werkgever aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging na twee jaar ziekte.

Per 1 januari 2020 treedt de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking. Met de WAB verandert de berekeningswijze van de transitievergoeding. In sommige gevallen zal de transitievergoeding lager kunnen uitvallen dan onder het huidige regime van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Het overgangsrecht voor de compensatie van de transitievergoeding bepaalt kortgezegd dat als het ‘nieuwe recht’ van toepassing is op de berekening van de transitievergoeding, dit ook van toepassing is op de berekening van de (maximale) compensatie.

Het is nog onbekend hoe het UWV hier mee omgaat bij slapende dienstverbanden maar mogelijk is hierdoor de compensatie die werkgevers ontvangen lager als het dienstverband in 2020 wordt beëindigd in plaats van 2019.

Voorfinanciering transitievergoeding

Doordat werkgevers pas vanaf 1 april 2020 compensatie van betaalde transitievergoedingen kunnen aanvragen moeten werkgevers de transitievergoeding voorfinancieren. De Hoge Raad heeft bepaald dat als dit ernstig financiële problemen tot gevolg heeft, de rechter kan beslissen dat de werkgever in termijnen kan betalen of dat betaling wordt opgeschort tot na 1 april 2020.

Moeten werkgevers in actie komen?

Het is aan de werknemer om met een beëindigingsvoorstel te komen. Als de werknemer dat nalaat kan de werkgever nog dit jaar zelf het initiatief te nemen door de werknemer hierover te benaderen. Leidt dat tot een beëindiging in 2019 dan zal de compensatie nog op basis van de WWZ plaatsvinden en ieder geval niet op basis van de mogelijk voor de werkgever ongunstiger WAB. Iedere situatie vergt wel maatwerk; risico’s zullen van geval tot geval moeten worden beoordeeld.

Update 13-12-2019: minister Koolmees heeft bevestigd dat werkgevers nog in 2019 moeten overgaan tot beëindiging van slapende dienstverbanden om in aanmerking te komen voor de ‘hoge compensatie’. Als werkgevers in 2020 overgaan tot beëindiging van een slapend dienstverband krijgen ze mogelijk een lagere compensatie onder de WAB.


Laatste updates