Compensatie transitievergoeding: aandachtspunten voor werkgevers!

Aangemaakt: 14 maart 2019

Compensatie transitievergoeding: aandachtspunten voor werkgevers!

Vanaf 1 april 2020 is het voor werkgevers mogelijk om compensatie te ontvangen voor het betalen van transitievergoedingen aan werknemers van wie het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd. Dit heeft terugwerkende kracht tot vergoedingen die zijn betaald vanaf 1 juli 2015. De op 18 februari 2019 gepubliceerde Regeling compensatie transitievergoeding geeft de details van de eerder aangenomen wet.

Wanneer heeft een werkgever recht op compensatie van de transitievergoeding?
Een werkgever kan aanspraak maken op compensatie voor een betaalde (én verschuldigde) transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst wegens ziekte van de werknemer

  • na een einde van rechtswege niet is voortgezet, of;
  • na afloop van de (verlengde) loondoorbetalingsplicht is beëindigd door opzegging, ontbinding of door middel van een vaststellingsovereenkomst.

De wijze waarop het dienstverband eindigt maakt dus niet uit voor het recht op compensatie. Maar, de beëindiging moet in alle gevallen wel verband houden met langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

Hoe hoog is de compensatie?
De compensatie is gelijk aan de verschuldigde transitievergoeding. Hierop zijn twee uitzonderingen:

  • De compensatie wordt verhoogd met de kosten die de werkgever op grond van artikel 7:673 lid 6 BW op de transitievergoeding in mindering kan brengen. Dit zijn kosten die verband houden met het bevorderen van brede inzetbaarheid van de werknemer en het beperken van werkloosheid, bijvoorbeeld outplacementkosten;
  • De compensatie is niet hoger dan de transitievergoeding die de werkgever aan de werknemer verschuldigd zou zijn als het dienstverband direct na het einde van de loondoorbetalingsplicht van 104 weken was beëindigd. Als het dienstverband na die periode nog enige tijd doorloopt – ‘slapend’ of door een loonsanctie - en de transitievergoeding hierdoor hoger uitvalt, compenseert het UWV die verhoging niet. Om het ‘gat’ tussen de compensatie en de verschuldigde vergoeding zo veel mogelijk te beperken moet het dienstverband zo snel mogelijk na het einde van de loondoorbetalingsplicht worden beëindigd.

De aanvraag
De aanvraag voor compensatie moet binnen 6 maanden na betaling van de vergoeding aan de werknemer worden ingediend bij het UWV. Voor vergoedingen die tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 zijn verstrekt moet de aanvraag voor 1 oktober 2020 zijn ingediend. Het UWV beslist in principe binnen 8 weken op de aanvraag. Voor vergoedingen die voor 1 april 2020 zijn verstrekt geldt een beslistermijn van 6 maanden.

Bij de aanvraag moeten de gegevens worden verstrekt die nodig zijn voor het vaststellen het recht op compensatie, en de hoogte daarvan. Het is voor het aanvragen van de compensatie dus van belang om onder andere de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, het einde van de arbeidsovereenkomst en de berekening en uitbetaling van de transitievergoeding goed vast te leggen.


14-3-2019

Laatste updates