Het hoge woord is eruit: de Deliveroo bezorgers waren werknemers!

Aangemaakt: 28 maart 2023

Het hoge woord is eruit: de Deliveroo bezorgers waren werknemers!

Al vanaf 2019 is de grote vraag of de Deliveroo maaltijdbezorgers werknemers of zelfstandigen zijn. De Hoge Raad heeft op 24 maart 2023 geoordeeld dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo werknemers waren. Dit is in lijn met de eerdere uitspraken van de kantonrechter en het gerechtshof Amsterdam. Ondanks dat Deliveroo sinds 2021 niet meer gevestigd is in Nederland, is dit een belangrijke uitspraak voor het Nederlandse arbeidsrecht.

Platformeconomie
De platformeconomie wint al jaren aan terrein. Slimme technologieën brengen de vraag van de consument en het aanbod van bedrijven samen via online platformen, waarbij algoritmes een grote rol spelen. De meeste platformwerkers zijn werkzaam als zelfstandige. Zo kunnen zij zelf bepalen wanneer zij werken en zich vrij eenvoudig laten vervangen door een ander. Echter is de rechtspositie van de platformwerker al jaren onderwerp van discussie: zijn zij wel echte zelfstandigen of zijn zij werknemers, en hoe moet dat worden beoordeeld?

Advies De Bock
Advocaat Generaal Ruth de Bock heeft eerder in haar advies aan de Hoge Raad geadviseerd om een einde maken aan de zogeheten holistische benadering, waarbij alle omstandigheden van het geval van belang zijn. De Bock vindt dat de rechter in plaats daarvan moet kijken naar i) de ‘organisatorische inbedding’ van het werk (maken de werkzaamheden een wezenlijk onderdeel uit van de bedrijfsvoering?) en ii) de afhankelijkheidspositie van een werkende.

Holistische benadering
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak toegelicht dat de kwalificatie van een overeenkomst nog steeds afhangt van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. Van belang kunnen onder meer zijn de aard en duur van de werkzaamheden, de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald, de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht, het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren, de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen, de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd, de hoogte van deze beloningen, en de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.

Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt. Tussen alle voorgeschreven omstandigheden zal een holistische afweging gemaakt moeten worden.

Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen

Vrijheid
De Hoge Raad heeft zich tevens uitgelaten over de grote vrijheid waarin de Deliveroo maaltijdbezorgers hun werkzaamheden verrichtten. Vrijheid om al dan niet op het werk te verschijnen en om opdrachten al dan niet te aanvaarden sluit op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet uit, volgens de Hoge Raad. Ook de in de overeenkomst neergelegde vrijheid om zich te laten vervangen is op zichzelf niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad merkte hierbij op dat het Hof er terecht vanuit is gegaan dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, mede gelet op het feit dat de vervangingsmogelijkheid slechts van geringe praktische betekenis was voor de bezorgers.

Rechtsontwikkeling
De vragen of aanleiding bestaat voor nadere algemene regels of uitgangspunten om te bepalen of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is, mede ter afgrenzing van het werken als zelfstandig ondernemer, heeft volgens de Hoge Raad de aandacht voor de wetgever. Daarbij kan worden gedacht aan uitgangspunten als de inbedding van het werk in de organisatie van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht, of de hoogte van de tegenprestatie voor het werk. De Nederlandse en Europese wetgever zijn momenteel volop bezig met dit onderwerp. De Hoge Raad ziet daarom op dit moment geen aanleiding voor rechtsontwikkeling van zijn kant ter zake van deze onderwerpen. Daarmee gaat de Hoge Raad dus voorbij aan het advies AG De Bock.

Het zal vooralsnog dus blijven afhangen van alle omstandigheden van het geval of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft bovendien duidelijk een conclusie getrokken: de wetgever is aan zet.

Betrokken(en)