Vorderingen van leden van een coöperatie: bestaand of toekomstig?
Zijn vorderingen van leden van een coöperatie uit hoofde van ledenleningen en/of participatiereserves toekomstige vorderingen?
In geval van een faillissement van een lid van een coöperatie komt regelmatig de vraag aan de orde of de vorderingen van het lid van een coöperatie uit hoofde van ledenleningen en/of participatiereserves al dan niet toekomstige vorderingen zijn. Zouden het immers toekomstige vorderingen betreffen, dan zou art. 35 lid 2 Faillissementswet (‘Fw’) eraan in de weg staan dat deze vorderingen onder het pandrecht van de bank zouden vallen. Een verpanding bij voorbaat van deze (toekomstige) vorderingen zal de bank in dat verband niet baten. Zijn de vorderingen echter te kwalificeren als bestaande vorderingen (al dan niet onder voorwaarde of tijdsbepaling) dan kunnen deze vorderingen wel voorafgaande aan het faillissement van het lid aan de bank verpand worden, en kan de bank deze verpanding met succes aan de boedel tegenwerpen.
20-02-2015