ABN AMRO schond zorgplicht
Op 27 november 2015 heeft de Hoge Raad het tussentijds cassatieberoep van ABN AMRO Bank verworpen in een procedure tussen de bank en de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerde Beleggers Van den Berg. De bank kwam in cassatie op tegen het oordeel van het hof Den Haag dat de bank onrechtmatig heeft gehandeld, indien komt vast te staan dat zij wist van het ongebruikelijke betalingsverkeer dat plaatsvond op twee rekeningen van ‘wonderbelegger’ René van den Berg. Volgens het hof had zij de door Van den Berg gedupeerde beleggers moeten beschermen, in de wetenschap van het ongebruikelijke betalingsverkeer op deze twee bankrekeningen, door onderzoek te doen naar het betalingsverkeer op de rekeningen van Van den Berg. De bank heeft dit onderzoek echter achterwege gelaten.
Dat de Hoge Raad het oordeel van het hof in stand laat, heeft tot gevolg dat de bank alsnog tegenbewijs zal moeten leveren tegen het vermoeden dat zij wist van het ongebruikelijke betalingsverkeer. Slaagt de bank daar niet in, dan staat de onrechtmatigheid van haar handelen (nalaten) vast. Koen Rutten staat al sinds 2006 de Stichting Belangenbehartiging Gedupeerde Beleggers Van den Berg bij.
De uitspraak van de Hoge Raad.
U kunt meer hierover lezen in het artikel 'ABN AMRO schoot tekort in zorgplicht' in het Financiële Dagblad.
03-12-2015