Afstand van recht
In de praktijk komt het veelvuldig voor dat in overeenkomsten tussen een bestuursorgaan (bijvoorbeeld een gemeente) en een private partij, alsmede in overeenkomsten tussen private partijen, wordt overeengekomen dat een van partijen geen bezwaar en beroep zal instellen tegen besluiten die in het kader van de gesloten overeenkomst zullen worden genomen. De betreffende partij doet in dat geval “afstand van recht”.
Op grond van het civiele recht is het mogelijk overeen te komen dat een partij afstand doet van haar recht om rechtsmiddelen aan te wenden tegen een besluit. De vraag is echter in hoeverre een dergelijke afstandsverklaring in een bestuursrechtelijke procedure consequenties heeft op het moment dat de partij die afstand van recht heeft gedaan toch een rechtsmiddel instelt.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft recent bepaald dat het op voorhand afstand doen van het recht om tegen een nog niet genomen besluit rechtsmiddelen in te stellen geen publiekrechtelijk rechtsgevolg heeft (ECLI:NLCBB:2016:68). Alleen in bijzondere gevallen kan volgens het CBb enig gevolg worden verbonden aan een afstandsverklaring. Het moet ten minste gaan om “een heldere en ongeclausuleerde afstandsverklaring van het recht om tegen een bepaalde, welomschreven en naar inhoud vaststaande beslissing rechtsmiddelen in te stellen, waarop door het betrokken bestuursorgaan, ten overstaan waarvan de verklaring gedaan is, tegenover de bestuursrechter een uitdrukkelijk beroep wordt gedaan”.
Alleen dus als een afstandsverklaring concreet is geformuleerd, deze niet afhankelijk is van verschillende condities en als het besluit waarop het zich richt al inhoudelijk vaststaat, heeft dit daadwerkelijk tot gevolg dat geen bezwaar of beroep meer kan worden ingesteld.
Het CBb verwijst in voornoemde uitspraak naar een eerdere uitspraak uit 2009 (ECLI:NL:CBB:2009:BK1315) waarin zij ook een dergelijke mening was toegedaan. In dat geval was, anders dan in de hiervoor genoemde uitspraak, echter niet expliciet in een overeenkomst afstand van recht gedaan, maar was een afstandsverklaring in een briefwisseling opgenomen. Naar nu is gebleken, kan zelfs een expliciet in een vaststellingsovereenkomst vastgelegde afstandsverklaring niet voorkomen dat de betreffende partij bezwaar of beroep instelt. Hoewel voornoemde uitspraak zag op een overeenkomst tussen een bestuursorgaan en een private partij gaan wij ervan uit dat deze jurisprudentie ook zal gelden indien een afstandsverklaring is opgenomen in een overeenkomst tussen private partijen.
Dat aan een civielrechtelijke afstandsverklaring alleen in zeer bijzondere gevallen publiekrechtelijk gevolg kan worden gegeven, betekent echter niet dat er geen civielrechtelijke consequenties zijn verbonden aan het instellen van bezwaar of beroep. Het is namelijk niet uitgesloten dat een der partijen wanprestatie pleegt door alsnog bezwaar of beroep in te stellen dan wel dat een der partijen een contractuele boete verschuldigd is.