Publicatie
01-07-2011

Mediation wettelijk geregeld

Mediation is een vorm van alternatieve geschilbeslechting met als doel een geschil tussen partijen te beslechten met behulp van een onafhankelijke mediator. Partijen bespreken zelf hun geschil en proberen onder leiding van de mediator tot een oplossing te komen. De mediator begeleidt hierbij uitsluitend het proces. Het geschil wordt bij mediation dus niet beslecht door een rechter. Mediation wordt al geruime tijd toegepast en de afgelopen tien jaar is het belang van mediation voor de praktijk van geschilbeslechting toegenomen. Bij meerdere rechtbanken in Nederland is het standaard beleid om, voorafgaand aan de comparitie van partijen, de partijen te informeren over de mogelijkheid van mediation als middel om hun geschil te beslechten.

Op 21 mei 2008 is de Europese richtlijn nr. 2008/52/EG betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken in werking getreden. Het doel van deze richtlijn is om de toegang tot de alternatieve geschilbeslechting te bevorderen. Op 21 juni 2011 heeft de Nederlandse wetgever een wet aangenomen die gericht is op de aanpassing van Nederlandse wetgeving aan deze richtlijn. Hierin zijn enkele interessante wijzigingen opgenomen die hierna aan de orde zullen komen.

Mediation op voorstel van de rechter

Nederlandse rechtbanken hebben al het beleid om, voorafgaand aan een comparitie van partijen, partijen te informeren over de mogelijkheid van mediation. Deze mogelijkheid wordt nu wettelijk verankerd in het nieuwe artikel 22a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Artikel 22a Rv geeft de rechter de bevoegdheid om in elke stand van de procedure partijen mediation voor te stellen. De bevoegdheid van de rechter om mediation voor te stellen, betekent niet dat partijen verplicht zijn om hiervan gebruik te maken. Er is geen sprake van een dwingend karakter. Dit is ook begrijpelijk, omdat mediation alleen maar slaagt indien beide partijen hieraan vrijwillig wensen mee te werken.

Verjaring

Een eerste belangrijke wijziging is dat de verjaring van een rechtsvordering op grond van artikel 3:316 lid 4 BW vanaf nu ook kan worden gestuit door mediation. Het doel van deze wijziging is te voorkomen dat partijen (veelal de eisende partij) tijdens een mediation tegen de ‘hakbijl’ van de verjaring aan lopen. Tijdens een mediation verwachten partijen doorgaans namelijk niet dat de rechtsvordering die het onderwerp van de mediation is tijdens mediation kan verjaren. De wetswijziging biedt op dit punt dus de nodige bescherming.

Indien partij A bijvoorbeeld een vordering stelt te hebben op partij B en partijen besluiten een geschil over deze vordering te onderwerpen aan mediation, dan wordt de rechtsvordering op grond van artikel 3:316 lid 4 BW gestuit. Het gevolg hiervan is dat op grond van artikel 3:319 lid 3 BW een nieuwe verjaringstermijn gaat lopen van drie jaren. Deze termijn vangt aan op de dag volgende op de dag dat de mediation is geëindigd, doordat één van de partijen of de mediator schriftelijk heeft medegedeeld dat de mediation is geëindigd of doordat de mediation gedurende een periode van zes maanden stil heeft gelegen. De verjaring treedt overigens niet in op een eerder tijdstip dan het geval zou zijn geweest bij de oorspronkelijke termijn van verjaring (zonder stuiting).
 
Verschoningsrecht

Een andere belangrijke wijziging ziet op het verschoningsrecht opgenomen in artikel 165 Rv. Op grond van artikel 165 Rv mogen bepaalde partijen zich verschonen van de verplichting om een getuigenis af te leggen. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een echtgenoot, een kind of een advocaat van een partij. Het verschoningsrecht was niet van toepassing op betrokkenen bij een mediation. De Hoge Raad heeft dit in 2009 nogmaals bevestigd (HR 10 april 2009).
Het nieuwe artikel 165 lid 3 Rv bepaalt echter dat vanaf nu ook de mediator en degene die bij de mediation is betrokken zich kunnen verschonen. Hiervoor geldt wel het vereiste dat het vertrouwelijke karakter van de mediation uitdrukkelijk moet zijn overeengekomen. In de praktijk wordt dit laatste al vrijwel standaard in de overeenkomst tot mediation opgenomen. Daarnaast geldt de bevoegdheid tot verschoning van een getuigenis uitsluitend voor informatie die voortvloeit uit of verband houdt met een mediation over rechten en verplichtingen die ter vrije beschikking van partijen staan.

Betrokken advocaten

Expertises

M&A